Omgevingslicht en zonlicht

Instellingen belichting

Commando

Locatie

Belichting

Weergave

Gebruik het commando Belichting om de standaardkleur en de helderheid van het omgevingslicht voor de tekening in te stellen. De parameters voor het omgevingslicht staan standaard op Aan, met als Kleur wit en een Lichtsterkte van 35%. Met dit commando regelt u ook het omgevingslicht voor lichtbronnen met een kleurtemperatuur en kunt u het achtergrondlicht berekenen door middel van een Renderworksachtergrond wanneer de tekening een panoramische afbeelding bevat.

Spotlight-gebruikers kunnen de belichtingsopties voor alle lagen instellen met het commando Set Spotlight Rendering Options (zie Setting Spotlight rendering options).

Om het omgevingslicht van een geselecteerd zichtvenster te bewerken, klikt u in het Infopalet op de knop Belichting te klikken (zie Instellingen van zichtvensters).

Om omgevingslicht in te stellen:

Selecteer het commando.

Het dialoogvenster ‘Belichting’ wordt geopend. Pas de instellingen voor het omgevingslicht in de tekening aan. U kunt het omgevingslicht aan- of uitzetten en het omgevingslicht een specifieke kleur toekennen.

Als de belichting bepaald wordt door een Renderworksstijl die op het zichtvenster van toepassing is, zal het dialoogvenster ‘Renderworksstijl’ geopend worden (zie Renderworksstijlen). Niet alle belichtingsopties zijn beschikbaar voor alle Renderworksstijlen.

Klik hier om de velden te tonen/te verbergenKlik hier om de velden te tonen/te verbergen

Veld

Omschrijving

Indirecte belichting

De indirecte belichting bepaalt de overdracht van lichtenergie tussen de objecten in de tekening. Het licht reflecteert immers op elk oppervlak waardoor het de weergave van de hele scene beïnvloedt. Hoe meer reflecties u kiest, hoe realistischer de rendering zal zijn maar ook hoe langer het renderen zal duren.

Selecteer welke indirecte belichting u wenst te gebruiken:

Geen: Selecteer deze optie om enkel directe belichting te gebruiken. Dit is ideaal voor een snelle rendering

Snelle weergave (2 reflecties): Selecteer deze optie als u onmiddellijk een voorvertoning met een zeer lage resolutie van het volledige scherm wenst te maken. Deze optie kunt u gebruiken tijdens het werken aan een ontwerplaag, maar is niet geschikt om een finale rendering te maken.

Buiten (3 reflecties): Selecteer deze optie om indirecte belichting te gebruiken met drie reflecties. Deze optie volstaat doorgaans om buitenscènes te versterken.

Normaal (4 reflecties) Selecteer deze optie om indirecte belichting te gebruiken met vier reflecties. Deze optie is geschikt voor buitenscènes en goed verlichte binnenscènes.

Binnen (16 reflecties): Selecteer deze optie om indirecte belichting te gebruiken met 16 reflecties. Deze optie is goed voor donkere of slecht verlichte binnenscènes of voor zeer gedetailleerde en totale indirecte belichting.

U kunt ook instellingen voor indirecte belichting aan individuele texturen toekennen om een scène te verlevendigen. Dit zal het renderingsproces bovendien versnellen.

Gebruik Renderworks snel voor een lage kwaliteit en Renderworks finaal voor een hoge kwaliteit van indirecte verlichting. Renderworks op maat stelt u in staat om zelf de kwaliteit te selecteren.

Omgevingslicht

Telkens u een aanpassing doet aan deze opties, zal de tekening opnieuw gerenderd worden (enkel indien u Shaded gebruikt).

Aan/Uit

Selecteer deze instelling om het omgevingslicht aan of uit te schakelen.

Kleur

Klik om de kleur van het omgevingslicht te selecteren.

Lichtsterkte

Bepaal de sterkte van het omgevingslicht. Geef een percentage in of gebruik de schuifbalk om de lichtsterkte aan te passen.

Contactschaduw

Vink deze optie aan om een realistischer dieptegevoel te creëren door hoeken, groeven en uitsteeksels donkerder weer te geven, randen te accentueren en zachte schaduwen te werpen op de spaties tussen objecten.

Sterkte

Bepaal hier hoe donker de schaduwen van de contactschaduw moeten zijn.

Grootte

Bepaal hier hoe ver de schaduwen zich moeten uitspreiden. Gebruik een hogere waarde voor een grotere spreiding.

Reële lichtbron

 

Lichtsterkte (%)

Geef de lichtsterkte op voor alle lichtbronnen in de tekening waarvoor u de optie D.m.v. reële lichtbron hebt aangevinkt.

Een andere methode om alle lichtbronnen aan te passen is door een lichtsterkte van 100% in te stellen en de belichting te regelen aan de hand van de Renderworks camera instellingen.

Kleurtemperatuur

Selecteer de kleurtemperatuur. Een lagere kleurtemperatuur zorgt voor warme kleuren. U kunt eventueel ook een kleurtemperatuur Op maat instellen.

Op maat

Stel voor een Kleurtemperatuur op maat de gewenste temperatuur (Kelvin) in.

Achtergrondlicht

Bepaal met deze instellingen hoe achtergrondlicht wordt toegepast op een laag of zichtvenster waarvoor een panoramische afbeelding als achtergrond is ingesteld (zie Achtergronden op basis van panoramische afbeeldingen creëren).

Vanuit actieve achtergrond

Een panoramische afbeelding als achtergrond wordt gerenderd als een combinatie van een achtergrond en lichtbronnen.

Vanuit geselecteerde achtergrond

Selecteer deze optie om de HDRI-belichting te genereren via een specifieke panoramische achtergrond. Selecteer de te gebruiken Renderworksachtergrond.

Geen

Selecteer deze optie om geen Renderworksachtergrond te gebruiken voor de belichting.

Licht toevoegen

Zonlicht toevoegen

Schaduwanalyse